1. Woningmarkt: versnellen of verstrakken?
Rechts van het midden (VVD, NSC, CDA, PVV, JA21)
Deze partijen willen vooral sneller bouwen, minder regels en meer marktwerking.
- VVD en NSC combineren nationale regie met ruimte voor de markt.
- CDA wil bouwplicht na vergunning om doorstroming te bevorderen.
- PVV wil minder duurzaamheidseisen en voorrang voor Nederlanders.
- JA21 wil eenvoudiger procedures en behoud van fiscale voordelen voor kopers.
Effect voor beleggers:
Meer kans op versnelling en ontwikkelruimte, maar een lagere duurzaamheidslat kan op termijn risico’s geven bij waardering en financiering.
Links van het midden (GroenLinks-PvdA, D66, SP, ChristenUnie)
Hier staat publieke regie, betaalbaarheid en duurzaamheid centraal.
- GroenLinks-PvdA en D66 zetten in op grootschalige publieke investeringen en regulering van beleggers.
- SP wil huren bevriezen en winst bij verhuur beperken.
- ChristenUnie wil jaarlijks 100.000 woningen, waarvan twee derde betaalbaar, met nadruk op lokale binding.
Effect voor beleggers:
Meer regulering drukt de vrije huursector, maar schept ook kansen in duurzame nieuwbouw, zorgvastgoed en energiezuinige transformaties.
2. Ruimtelijke ordening: de terugkeer van regie
Bijna alle partijen erkennen dat ruimtelijke ordening versnipperd is geraakt.
- NSC en CDA willen landelijke regie herstellen met regionale uitvoering.
- VVD en D66 koppelen nieuwe locaties aan OV-knooppunten en economische hubs, en zetten in op transformatie van leegstand.
- GroenLinks-PvdA stuurt op herbestemming en circulaire bouw.
- BBB en PVV willen juist minder Haagse bemoeienis en meer bouw buiten de stad.
- ChristenUnie vereenvoudigt regels en richt zich op een groene, leefbare omgeving met rentmeesterschap als uitgangspunt.
Effect voor beleggers:
Transformatieprojecten (kantoren, bedrijventerreinen) worden aantrekkelijker. Duurzaamheidscriteria blijven bepalend voor financierbaarheid en waardebehoud.
3. Investeringsklimaat: zoeken naar rust en richting
- VVD en CDA: lagere lasten, voorspelbaar beleid, investeringen in energie-infrastructuur en innovatie.
- GroenLinks-PvdA en D66: verduurzaming en innovatie centraal, maar met hogere lasten voor vervuilers.
- PVV, JA21 en BBB: terugschakelen op klimaat- en stikstofregels om ondernemers te ontzien.
- NSC: versterken van verdienvermogen, minder bureaucratie, investeringen in publieke sector.
- ChristenUnie: eenvoudiger belastingen, investeringen in woningbouw, infrastructuur en verduurzaming.
- SP: zwaardere belasting aan de top, nationalisatie van energie en publieke investeringen.
Effect voor beleggers:
Voorspelbaarheid is cruciaal voor waardering. Investeren in energie-efficiënt vastgoed en locaties met sterke infrastructuur blijft kansrijk, ongeacht de coalitie. De verschillen liggen vooral in tempo en verplichting.
4. Wat mag de belegger verwachten?
- Versnelling van bouwprocedures lijkt politiek breed gedragen.
- Duurzaamheidsdruk blijft, al varieert de intensiteit per coalitie.
- Huurregulering wordt waarschijnlijker bij een linkse meerderheid.
- Investeringszekerheid en fiscale rust nemen toe bij een centrum-rechtse coalitie.
Duiding
De kernvraag blijft: komt er meer investeringsruimte of meer overheidregie? Waarschijnlijk zet het politieke midden (VVD, NSC, CDA, eventueel D66) de toon. Dat betekent snellere vergunningverlening, fiscale stabiliteit en hogere duurzaamheidseisen.
Wie zich nu al richt op energie-efficiënt vastgoed en herbestemming van bestaande gebouwen, positioneert zich sterk, ongeacht de verkiezingsuitslag.